Skip to content

Bron data

Hieronder vind je een beschrijving van alle brondata die wordt gebruikt voor de tests in de HHNK Toolbox

  1. Model

Het model bevat de meeste informatie over de polder, zoals welke watergangen en kunstwerken zich in het gebied bevinden. Als er, bij het aanpassen van de modelstaat, backups worden aangemaakt worden die toegevoegd aan het model.

  1. DAMO

De DAMO database is de gestandaardiseerde informatiebron waarvan de Waterschappen gebruik maken. De data uit de DAMO die gaat over het gebied dat het model beslaat, is opgeslagen in het DAMO.gdb file. Het model is in de meeste gevallen opgebouwd vanuit deze database.

Gegevens uit de DAMO.gdb worden gebruikt in verschillende tests die er op zijn gericht de brongegevens te vergelijken met wat er in het model zit. De DAMO.gdb worden gebruikt in onderstaande tests:

  • oppervlaktewater test om het oppervlaktewater in het model mee te vergelijken (de gebruikte laag uit de DAMO is Waterdeel).

  • Bodemhoogte kunstwerken test om informatie over de hoogte op bepaalde punten van objecten toe te voegen (de gebruikte laag uit de DAMO.gdb is DuikerSifonHevel).

Beide tests maken deel uit van de Sqlite tests

  1. HDB

De HDB database (.gdb) bevat aanvullende informatie over het gebied dat het model representeert. Het gaat hier om informatie die niet in de DAMO kan worden opgeslagen maar die wel relevant is voor hydrologische analyse. De HDB wordt gebruikt in de gestuurde kunstwerken test om informatie toe te voegen over de kunstwerken, zoals de object code, het streefpeil en de minimale en maximale kruinhoogtes. De gebruikte laag is ( Sturing_3Di).

  1. 3di resultaten

De 3di resultaten worden gebruikt in de 0d1d tests, bank level tests en 1d2d test. De resultaten bevatten informatie over het gedrag van een model op verschillende tijdstappen tijdens het gesimuleerde scenario.

  1. DEM

Het DEM raster (Digital Elevation Model) bevat informatie over de maaiveldhoogte binnen het gebied dat het model beslaat. Deze informatie wordt gebruikt in de maximale waarde dem, om te verifieren dat het raster klopt. Vervolgens wordt de informatie gebruikt in de ontwateringsdiepte test om het verschil tussen de bodemhoogte en het grondwaterniveau te berekenen. De DEM wordt ook gebruikt in de 1d2d tests om de waterstanden op verschillende tijdstippen te berekenen.

  1. Polder shapefile

De polder shapefile (.shp) bevat informatie over de grootte van het gebied waarvan het model een representatie is. Het wordt gebruikt in de ondoorlatend oppervlak test (sqlite tests) om te bepalen of het ondoorlatend oppervlak in het model redelijk is ten opzichte van de grootte van het gehele gebied.

  1. Datachecker output

De output van de datachecker bevat veel gegevens die overeenkomen met DAMO aangevuld met gecombineerde en gecontroleerde gegevens. Deze gegevens worden gebruikt in de volgende tests:

  • ontwateringsdiepte test om de waterstanden van de verschillende peilgebieden te bepalen (de gebruikte laag is fixeddrainagelevelarea).

  • oppervlaktewater test om het oppervlaktewater te berekenen voor de verschillende peilgebieden (de gebruikte laag is fixeddrainagelevelarea).

  • Bodemhoogte kunstwerken test om informatie over aannames (waar van toepassing) toe te voegen aan kunstwerken. De laag die daarvoor wordt gebruikt isculvert.

  • Channel surface from profiles

De channel surface from profiles shapefile (.shp) bevat informatie over de breedte van de watergangen. Deze informatie wordt gebruikt in de oppervlaktewater test om het totale oppervlaktewater van de watergangen in het model te berekenen. Dit bestand is een output van de modelbuilder.